Dubbel feest in de Mick

Irene Van Mele en Maria Verhelst werden respectievelijk 105 en 104 jaar oud. Irene is de oudste inwoner van Brasschaat en net als Maria stelt ze het zeer goed. Er moet een goede lucht hangen daar in Maria-ter-Heide. Irene verblijft intussen ongeveer tien jaar in het Woonzorgcentrum. Tot voor enkele jaren ging ze nog geregeld turnen. Dat is niet zo verwonderlijk aangezien haar vader olympisch kampioen was in deze discipline. Tijdens de Spelen van 1920 pakte hij goud aan de ringen. Irene was zelf leerkracht lichamelijke opvoeding, ze kon op haar 52ste met pensioen gaan. Ze maakte met haar echtgenoot verre en lange reizen. Zo trok het koppel naar China in een periode dat zoiets allesbehalve evident was. Het koppel bleef bewust kinderloos. Die beslissing namen ze tijdens de Tweede Wereldoorlog. In een dergelijke wereld wilden ze geen kinderen zetten.

Irene krijgt wekelijks het bezoek van haar nicht Stella Devolder. “Ik kwam als kind vaak bij mijn tante. Ik was er echt kind aan huis. Dat ze nu de oudste Brasschaatse is, doet me wel iets”, zegt Stella.

Gevraagd naar het geheim om zo oud te worden grapt Maria Verhelst: “Blijven ademen. Dat zeg ik tegen iedereen. Ik heb het geluk gehad altijd gezond te zijn geweest. Vanaf mijn zestiende ben ik gaan werken in de diamantslijperij. Dat stopte tijdens de oorlog. Toen kwam ik bij Gevaert in Mortsel terecht. Daar leerde ik mijn man kennen. Intussen zit ik nu ongeveer zeven jaar hier. Mijn dagen breng ik door met babbeltjes slaan met de mensen. Televisie heb ik nooit gekeken. Nu doe ik dat alleen als er sport te zien is”, zegt Maria die twee zonen heeft en vier kleinkinderen. De 104-jarige Maria is zeer dankbaar. “Ik voel me nog goed en wil er nog een tijdje mee doorgaan. Ik kan niet zeggen dat ik me nu anders voel dan toen ik nog geen 100 was”, zegt Maria die zich een lekker stuk van de gigantische taart liet smaken.

Artikel delen op sociale media

Facebook
Twitter
LinkedIn

Recent nieuws uit Brasschaat en omstreken

St.-Michielscollege – bosklassen

“Alle vierdes gaan op reis naar een bosrijk paradijs…” Zo klonk het maandagmorgen 22 september 97 maal uit volle borst. Want samen met hun juffen, meesters en enkele moni’s ruilden de leerlingen van het vierde leerjaar de collegemuren voor de gezonde Limburgse bos- en heidelucht. Gedurende 5 dagen verbleven ze